De manier waarop we in Nederland oudere mensen verzorgen en ondersteunen moet snel veranderen. Daar zijn de verschillende partijen in de ouderenzorgsector het over eens. Vandaag, 4 juli, klinkt daarom het startschot voor het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). Het programma WOZO bestaat uit verschillende maatregelen, initiatieven en projecten om ervoor te zorgen dat de ouderenzorg ook in de toekomst blijft passen bij wat ouderen willen. En om ervoor te zorgen dat, gezien de grote schaarste aan personeel en de stijgende zorgvraag, de ouderenzorg ook in de toekomst goed georganiseerd kan worden. Om die transformatie te ondersteunen, trekt het kabinet ruim 770 miljoen euro uit.
Met het WOZO-programma leggen de verschillende partijen uit de ouderenzorgsector een nieuwe norm vast: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. De partijen in de ouderenzorg werken toe naar ouderenzorg en – ondersteuning waarbij ouderen zo veel mogelijk zelfredzaam zijn door zo nodig (opnieuw) aanleren van vaardigheden, fit blijven, hulpmiddelen gebruiken en hulp uit de omgeving.
Ook wordt het uitgangspunt dat zorg digitaal wordt geleverd als dat kan. Of het nu gaat om beeldbellen met de wijkverpleegkundige, een robotje dat je met een stem herinnert aan het innemen van medicatie of een sensor die de verpleegkundige alarmeert als je bent gevallen; innovatie kan de kwaliteit van zorg verhogen en zorgverleners ontlasten.
En tot slot is het uitgangspunt om thuis te wonen, tenzij dat niet meer kan. Daarvoor moeten er geschikte woningen voor ouderen beschikbaar komen en moet er goede, passende zorg aan huis geleverd worden. Het doel van het WOZO-programma is om de komende jaren een verandering op gang te brengen waardoor deze nieuwe norm in heel Nederland werkelijkheid wordt.
Nu het programma van start is, werkt het ministerie samen met de partners, waaronder ook het NOOM, de verschillende maatregelen en initiatieven uit die onder het programma vallen. Zo komt er een subsidieregeling om woningen te realiseren waar ouderen en jongeren samenwonen, zogenaamd intergenerationeel wonen. Ook komen er coaches die zorginstellingen helpen om technologische innovaties goed in te zetten en op te schalen binnen hun organisatie en een subsidieregeling voor de inzet van gezondheidstechnologie thuis.
Samen met de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is het doel om tot en met 2030 speciaal voor ouderen 170.000 nultredenwoningen en 80.000 geclusterde woningen te bouwen of te verbouwen, als onderdeel van de totale nieuwbouwopgave in het programma Woningbouw. Ook wil minister Helder 50.000 woningen voor ouderen met een meer intensieve zorgvraag realiseren.. Verder wil het WOZO-programma verschillende regels en afspraken aanpassen om ervoor te zorgen dat zorg zo goed mogelijk thuis kan worden georganiseerd, en worden er communicatieactiviteiten ontwikkeld om ouderen te helpen zich voorbereiden op ouder worden. Voor alle acties die onder het programma vallen, zie de brief die hierover naar de Kamer is gestuurd.



Het is vaak te moeilijk voor ouderen om bij de overheid financiële hulp aan te vragen, concludeert de Nationale ombudsman. Veel ouderen maken daardoor geen gebruik van zogeheten inkomensvoorzieningen, waar ze wel recht op hebben. Het gaat bijvoorbeeld om zorg- en huurtoeslag of een aanvulling op het inkomen als iemand geen volledige AOW krijgt. Sommige ouderen komen daardoor onnodig onder het sociale bestaansminimum terecht, zegt ombudsman Reinier van Zutphen. “Als we weten om wie het gaat en waarop ze recht hebben, waarom gaan we ze dan niet wat beter helpen?” Van Zutphen sprak voor zijn onderzoek met tientallen ouderen en tussenpersonen, waaronder het NOOM.
‘Ouder worden is een verworvenheid. De keerzijde is dat we onszelf moeten afvragen hoe we de zorg voor ouderen organiseerbaar houden’.
Naast het plenaire programma en de afsluitende talkshow waren er 32 praktijksessies, masterclasses en ronde tafels. Ook het NOOM verzorgde een presentatie:
Minister Conny Helder (Medische Zorg) wil dat kleinschalige wooninitiatieven voor zorg straks niet meer structureel worden bekostigd via persoonsgebonden budgetten (pgb’s) van meerdere cliënten. Het gaat Helder vooral om woonvormen waarin zorgaanbieders een grote rol hebben. Volgens Helder ‘past dit niet bij de kerngedachte van het pgb’ om cliënten juist op individueel niveau zorg op maat in te laten kopen, zo schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
Ongeveer 1 op elke 20 ouderen in Rotterdam krijgt te maken met onprettige situaties. Denk hierbij aan schelden, hardhandig vastpakken, verwaarlozing of het misbruiken van de pinpas van de oudere. Vaak vindt dit achter de voordeur plaats. Ouderen vinden het moeilijk hierover te praten. Daarom spreken we van verborgen leed. Zeker in de afgelopen coronatijd is er minder aandacht geweest voor ouderen. Daardoor is, ook in Rotterdam, de situatie van veel ouderen slechter geworden. Zo is er veel leed ontstaan dat lang niet altijd gezien wordt. Via de campagne ‘Verborgen leed’ wil de gemeente Rotterdam aandacht vragen voor dit probleem. Dat doet de gemeente samen in een alliantie met diverse organisaties in de stad die hulp en ondersteuning bieden aan ouderen. NOOM maakt deel uit van deze alliantie.
De Seniorencoalitie van ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM spreekt dinsdag 10 mei in de Tweede Kamer over het nieuwe pensioenstelsel. Namens de Seniorencoalitie zal John Kerstens de Kamer in een rondetafelgesprek voorhouden dat de nieuwe pensioenwet moet worden verbeterd, omdat anders het draagvlak onder gepensioneerden voor de omvangrijke operatie wegvalt.
De gemeente Rotterdam heeft een gift van maximaal 15 miljoen euro aangeboden gekregen van